Dao wo ich gebaore bèn
De Marotte-revuu kreeg de titel ‘Dao wo ich gebaore bèn’ en alle drie de voorstellingen in het toenmalige Cultureel Centrum (Schouwburg) waren uitverkocht. De recensies waren lovend en de kranten schreven over een ‘ongelooflijke Sittardse playbackshow, ‘een grandioos succes’ en ‘een indrukwekkend spektakel’. Er kwam een extra (vierde) voorstelling die binnen 30 minuten geheel uitverkocht was. Aan de revuu deden 243 medewerkers mee waaronder leden van het Limburgs Toneel, ’t Hermenieke, de Mander, de Kroenekrane, de Auw Prinse, ’t Krombroodrapenkommitte, de Sjtadsjoffere, de Dörpelmaeg, balletgroepen van de Sittardse muziekschool en de Marottekapel. De revuu bestond uit maar liefts 15 scènes. Natuurlijk was er veel aandacht voor de historische gebeurtenissen rondom de Marotte zoals de oprichting in 1981, het maskeradeverbod (1932) de fusie (1945) en het bezoek aan Paleis Soestdijk in 1953. Veel nostalgie en humor zat ook in de scènes over de Sittardse Markt anno 1880, de klokken van de grote kerk, de Sjtadssjool, de wal, de Kollenberg en de voetbalderby tussen de Sittardse Boys en VVS. Aandacht was er ook voor bekende Sittardenaren zoals Toon Hermans en Jochem Ehrens. De sketches werden op humoristische wijze aan elkaar gepraat door Keub (Fernao Schmeits) en Nöl (Nico Jessen). Indrukwekkend was de finale waar Peter Eijkenboom samen met het publiek ‘Zitterd Allein’ zong.